Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Och, [1]dat Gij mij als een Broeder waart, [2]zuigende de borsten mijner moeder! dat ik U op de straat vond, ik zou U [3]kussen, ook zouden zij mij niet [4]verachten. 1. Hebreeuws, wie zal u mij geven als mijn broeder! Zie de aantekening Deut.5:29, en Ps.14:7. Dit is een wens der Bruid, of der godzaligen, wensende dien dag te mogen zien en beleven, dat ze Christus haren Bruidegom [geworden zijnde haar broeder naar het vlees] zou mogen aanschouwen, in het vlees geopenbaard zijnde. Hoezeer vele godzaligen in het Oude Testament hiernaar verlangd hebben zie Matth.13:17; Joh.8:56; Hebr.11:13. 2. Geesterlijkerwijze moet men door de moeder verstaan de algemene kerk, het hemelse Jeruzalem, dat onzer aller moeder is; Gal.4:26. Christus heeft dezelfde borsten gezogen, die wij gezogen hebben, gelijk Hij de sacramenten des Ouden en des Nieuwen Testaments heeft genoten: de besnijdenis, het paaslam, den doop en het heilige avondmaal, om alzo alle gerechtigheid te volbrengen; Matth.3:15. 3. Kussen is een bewijs van liefde, somtijds ook van eer en gehoorzaamheid. Zie Ps.2:12; hfdst.1 vs.2. 4. Die personen worden versmaad, die wat doen of geacht worden te doen, hetwelk niet eerlijk nocht betamelijk is, Gen.38:23; 2 Sam.6:16; Jes.37:22. Dewijl dan de Bruid, haren Bruidegom op de straat openlijk kussende, dat is openbaarlijk Hem voor de mensen belijdende en bekennende haar Zaligmaker te zijn, niets onbetamelijks doen zou, zo zou zij deshalve van geen godzalige personen met reden veracht of bespot worden. Of men kan deze woord [ook zouden zij mij niet verachten] in dezen zin nemen, alsof de Bruid zeide: Mijne vijanden, de ongelovigen mensen, zouden alsdan mijne hoop, die ik heb van de verschijning van den Messias in het vlees, niet meer bespotten gelijk zij plegen te doen, als de beloften Gods wat lang uitblijven, gelijk Ps.42:11 te zien is, en 2 Petr.3:4.